Klimaat- en Energieverkenning 2019
De Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019 geeft een geactualiseerd beeld van de nationale broeikasgasuitstoot en het energiesysteem tot en met 2030. Daarnaast brengt de KEV de voortgang in beeld van de verschillende doelen uit het Energieakkoord, zoals het aandeel hernieuwbare energie en energiebesparing, én de doelen voor broeikasgasreductie tussen 2020 en 2030.
Twee hoofdboodschappen
De eerste boodschap is dat er nog veel moet gebeuren om het kabinetsdoel van 49% reductie van broeikasgasemissies in 2030 te halen. In 2018 had Nederland een reductie van iets minder dan 15% ten opzichte van 1990. In ruim 10 jaar moet er dus nog meer dan twee keer zoveel worden bereikt als in de afgelopen 30 jaar.
De tweede hoofdboodschap is dat het daadwerkelijk uitvoeren van beleid in de praktijk moeilijk is; de 2020-doelen voor broeikasgasreductie, besparing en hernieuwbare energie worden daardoor naar verwachting niet of waarschijnlijk niet gehaald.
Ambitieuze energiedoelen
De uitstoot van broeikasgassen in Nederland daalt en deze trend zet zich in de toekomst voort. De Nederlandse energievoorziening gaat de komende jaren veranderen door een sterke afname van energie uit fossiele bronnen zoals kolen en gas, en een sterke toename van hernieuwbare energie. De totale elektriciteitsproductie bestaat bijvoorbeeld in 2030 naar verwachting voor tweederde uit hernieuwbaar opgewekte elektriciteit. Het aandeel hernieuwbare warmte stijgt naar verwachting minder snel, van 6% in 2017 naar 13% in 2030.
Het aandeel hernieuwbare energie neemt naar verwachting toe tot 11,4% in 2020, dat is minder dan het Europese doel van 14%. Het doel uit het Energieakkoord van 16% voor 2023 wordt naar verwachting wel gehaald. De jaarlijkse energiebesparing is tussen 2013 en 2020 aanzienlijk toegenomen. Het doel om in 2020 100 petajoule extra te besparen wordt met 80 petajoule naar verwachting niet gehaald.
Wil u meer informatie over dit onderwerp? Lees dan de uitgebreide publicatie van de KEV.
Bron: PBL